Turkije staat in vuur en vlam. Een brede coalitie van opposanten protesteren tegen het rigide beleid van premier Erdogan. Die laatste vaart een conservatieve koers en schroeft de verworvenheden van het seculiere Turkije terug. Bij de brede coalitie van opposanten zitten dus veel aanhangers van de legendarische leider Atatürk, de vader van het seculiere en moderne Turkije. Wordt Turkije opnieuw naar de Middeleeuwen gekatapulteerd, of wordt de soep niet zo heet gegeten als zo momenteel wordt opgediend? In volgend artikel uit De Morgen vindt u een boeiende analyse van het conflict.
Bron: De Morgen 03/06/13, auteur Ayfer Erkul
Op straat tegen islamisering en autoritair regime
Wat begon als een vreedzame manifestatie tegen de sloop van een park in Istanbul groeide uit tot een landelijk protest tegen het beleid van premier Recep Tayyip Erdogan. Vier redenen waarom Turkije een potentieel kruitvat is.
1. Ottamaans vs. modern Turkije
Het Gezi-park aan het Taksimplein valt op zich in het niet bij andere grote parken in Istanbul, maar is wel de laatste groene zone in het centrum van de stad. Het protest draait niet alleen om de bomen die zullen verdwijnen, maar om de megalomane bouwwoede van premier Erdogan. Het Taksimplein, met in het midden een standbeeld van de oprichters van de Turkse republiek, staat voor vele Turken symbool voor het onafhankelijke, op het Westen gerichte Turkije.
Dat Erdogan net op die plek een Ottomaanse kazerne wil doen herrijzen, zet kwaad bloed. Atatürk, stichter van het moderne Turkije, maakte in 1923 net een einde
aan de Ottomaanse heerschappij. Het bouwwerk moet een kopie worden van een gebouw dat net voor de Tweede Wereldoorlog met de grond gelijk werd gemaakt. In die replica moet er bovengronds een groot winkelcentrum komen en ondergronds een parkeerruimte.
Gisteren liet premier Erdogan weten dat van hem ook het Cultureel Centrum Atatürk aan het plein weg mag. De plannen voor een winkelcentrum waren echter niet meer zo zeker. Wel zei Erdogan dat er wat hem betreft op het Taksimplein een moskee zal komen, aldus de website van de krant Hürriyet. “Daarvoor hoef ik geen toestemming van de CHP (de oppositiepartij, AE) of van een handvol plunderaars”, zei hij gisteren provocerend. Die laatste term was een verwijzing naar de huidige manifestanten.
2. Sluipende islamisering
Premier Erdogan blijft ontzettend populair bij zeker de helft van de Turkse bevolking en heeft de afgelopen jaren dan ook zijn best gedaan om vooral die aanhangers te plezieren. De andere, veelal seculiere, stedelijke helft heeft hij tegen zich in het harnas gejaagd door de sluipende, maar intussen erg duidelijke islamiseringspolitiek van zijn partij. Zo keurde het parlement, waar de regeringspartij AKP een comfortabele meerderheid heeft, striktere alcoholwetten goed. Dat die bedoeld waren om het aantal dronken chauffeurs in het verkeer terug te dringen, had nog aannemelijk geklonken als in het verleden niet andere anti-alcoholmaatregelen getroffen waren. Zo moesten de terrasjes in de smalle straatjes van Beyoglu, vlak aan Taksim, waar menige Turk na het werk nog snel een glas raki of een Efes-pintje door de keel goot, in 2011 verdwijnen.
Alcohol is niet het enige: veel Turken zijn het beu dat Erdogan zich steeds meer mengt in het privéleven van mensen en een conservatieve islamitische moraal wil opleggen. Zoals het als een ziekte beschouwen van homoseksualiteit. Of Erdogans oproep om drie of meer kinderen te maken aan – uiteraard – gehuwde koppels. Of die keer dat hij zei dat hij graag een nieuwe ‘gelovige’ generatie wil of toen hij meldde dat abortus wat hem betreft gelijk staat aan moord. De premier en zijn regering maken er al lang geen geheim meer van dat het geloof zich niet meer moet beperken tot het privéleven maar een invloed mag hebben op alle aspecten van de maatschappij.
3. De Syrië-politiek van de Turkse regering
Turkije werpt zich sinds het begin van de Syrische opstand op als het land dat een einde zal maken aan het geweld van Bashar al-Assad. De regering zette de grens open voor Syriërs die het geweld ontvluchten en bood steun aan het verzet. Maar veel Turken maken zich zorgen. De Turkse houding heeft kwaad bloed gezet bij landen als Iran en Rusland. Daarnaast is er grote ontevredenheid bij inwoners van steden aan de Syrische grens. Zij vrezen voor een spill-over van de oorlog in Syrië en kregen de afgelopen twee jaar een toestroom van Syriërs te verwerken.
Die waren niet allen even vreedzaam, zo bleek vorige maand nog in de stad Reyhanli. Daar kwamen 45 mensen om het leven na een dubbele bomaanslag. Wrong de Turkse regering zich aanvankelijk in allerlei bochten om Assad de schuld te geven, dan wijst het onderzoek nu eerder in de richting van Jabhat al-Nusra, een terroristische organisatie die zich heeft gelieerd met Al Qaida in Irak. met Al Qaida in Irak.
4. Mensenrechten/minderheden
Met een ander bewijs van zijn bouwwoede joeg Erdogan zopas nog de minderheid van alevitische moslims, die een onorthodoxe tak vormen binnen de sjiitische islam, tegen zich in het harnas. De commotie betrof de geplande bouw van een derde brug over de Bosporus, die een poging is om het fileleed in Istanbul te verlichten. Tijdens een pompeuze ceremonie werd vorige week de spreekwoordelijke eerste steen gelegd en werd in één klap bekendgemaakt dat de brug Yavuz Sultan Selim zou heten, naar de gelijknamige sultan uit de zestiende eeuw.
Die heerser staat niet alleen bekend als een bijzonder gelovige, soennitische moslim maar ook als de man die zo’n veertigduizend alevieten vermoordde. De ongeveer 20 miljoen alevieten in Turkije beschouwden de stap van de Turkse regering als ronduit beledigend en kwetsend. De alevitische stroming is, in tegenstelling tot de soennitische islam in Turkije, niet officieel erkend.
Ook de Koerdische minderheid heeft niet echt reden tot juichen. Er is momenteel wel een vredesproces gaande met de PKK, die zich na veertig jaar strijd terugtrekt uit Turkije. Koerden hebben bovendien, dankzij de eisen van de Europese Unie, meer rechten. Maar het vredesproces verloopt bijzonder weinig transparant, en tegelijk zit een pak Koerdische politici, journalisten en advocaten in de cel voor onduidelijke beschuldigingen.
Discussieer mee